Dode bladeren dwarrelend der bomen,
zwarte herfst,die helaas zal komen.
Zachte zon vergaat,
zonderlinge droom die in rook opgaat.
Waarheen die kille winden,
die stille regens die hun oorsprong niet vinden?
Schreeuwen heeft geen zin,
want het is de stilte die ik bemin.
Nat gras groeit niet meer,
hoop verdwaalt keer op keer.
Waarom paden die nergens leiden?
Al die vragen die geen antwoorden bevrijden?
Verlangens die mijn geest bekoorden,
verdwaalt in een zwarte herfst van duistere oorden.
ROYAL