Mijn hoofd is net een doolhof. Ik kan er heel gemakkelijk in verdwalen. Dan ben ik alleen met mijn gedachten. Dan hoor je me soms uren niet. En als ik dan eindelijk de uitgang van het doolhof heb gevonden, flitst de gedachte aan jou door mijn hoofd, waardoor ik weer van voorafaan moet beginnen.