wauwelende woordenstrijd,
het leek me slechts een suggestie
van werkelijkheid (maar wie ben ik)
Ook maar een bijna-
volwassene. Ik mag niet jouw
reflectie zijn. Ik mag geen betere
versie zijn. Geen spiegel zijn,
geen vogel zijn.
Zie je niet dat je vleugels hebt?
Probeer ook eens te lachen tot je stikt
of berustende toegeeflijkheid
Die koppigheid begint zich te reproduceren
Doe jij maar voor, en ik het na
Dan groei ik
achter jouw schouders.