Met haar handen voor haar gezicht,
knijpt ze stevig haar ogen dicht.
Een paar schoten verderop
en voorzichtig kijkt ze op.
Hun kleren kleuren rood,
haar ouders zijn nu dood.
Onschuldig is zij,
altijd vrolijk altijd blij.
Waaraan heeft ze dit verdiend?
Waarom wordt ze opengesteld aan dit verdriet?
Leeg is ze van binnen,
wat moet ze nu beginnen?
Tranen beginnen te branden,
En bevend balt ze haar handen...
Zeven jaar is zij,
altijd vrolijk maar nooit vrij.
Waaraan heeft ze dit verdiend?
Waarom wordt ze opengesteld aan dit verdriet?
Daar staat ze dan nog uren,
hoelang zal dit nog duren?