gestolen heeft men mij mijn lach
zoals een deerne van de wallen,
ongrijpbaar, alsof achter glas,
bewegingen die man bevallen
de wulpsheid van een frisse hoer
deed mij verliezen al mijn zinnen
mij branden van hunkerend begeren
je te verwennen, te beminnen
met warme liefde, groter dan mezelf
in bed, maar ook in duizenden gesprekken
eenvoudig emotioneel begeren
alsof ik onschuld ooit kon wekken
zwanger jouw onbegrepen hart
en liefdesdronken, niet echt van mij
ik toonde vreugde, eenzaamheid en smart
en componeerde ongeschreven teksten
naakt was mijn oud gezicht
mijn tranen smeltwater voor maskers
die zichtbaar werden in het licht
van al je barre angsten
mijn vijanden, die had je lief
want vrienden bleven vrienden
en elke leugen was een dief
de spiegel toont mij een gelaat
waarin de lijnen dieper dan gedacht
en ook de droefheidschaduw schaadt
alsof het donker is, en nacht
en 't nooit meer wordt wat ik eens zag
ik die nog ergens in mijn innerlijk woon
gestolen heeft men mij mijn lach.
**********
sunset 01-09-2004
**********