Het is een duiveltje,
ik weet het zeker.
Ik word rood en krijg het warm. Hij duwt
en trekt.
Knalt dan tegen mij aan.
Ik voel hem zitten. Hij wil
eruit.
Hij groeit
en wordt sterker. Ik ben bang.
Ik hou hem tegen met al
mijn kracht,
maar ook mij kan hij aan.
Hij kruipt naar mijn keel en ik voel hem
in mijn handen.
Mijn ogen en mijn neus,
alles doet met hem mee.
Opeens staat hij buiten. Ik voel me leeg.
Hij kijkt me aan en ik neem me voor:
dit gebeurt niet weer.
Niet wetend
dat hij veel broertjes en
zusjes heeft.