Als ik een vacht zou hebben, zou ik mezelf knuffelen
Knuffelen ja, in zijn warmste en schoonste daad
En nu we dan toch de moderne taal gebruiken
Een vacht is chill, flex en uber kei, jo ik zeg je
Een vacht is mega, gamma, he, een vacht is kilo strak
Woord,
wanneer wij allemaal vachten zouden dragen
Dan zouden chaos en dieverij
slechts tot een verleden behoren
Woord omhoog,
wanneer wij dat dan daadwerkelijk zouden dragen
Dan zouden wij toch, de realiteit hebben verloren. Want,
Wanneer wij als schapen verkleed de weiden en de wereld bedraven
Zullen wij onszelf zien verjagen, als de wolven die wij tevens zijn
En zien wij ons daar dan weder staan aan de leeggeroofde havens
Dat Rotterdam of een dictatoriaal verzinsels had moeten zijn
Nee, Vachten zijn nimmer aan onze werkelijkheid besteed
Slechts vlak voor dromen mogen wij nog even die beelden zien
Met een wit amper zoet of framboos gekleurd matrozen kleed,
Ons Bedekkend, de schapen, de wit gevoette apen uit moeders mond
Die wij al gapend na verloren vachten en wrede wolven
toch nog even zijn
Voor dat oneindig slapen gaan, knuffelen wij desalniettemin
Telkens dat laatste avondmaal;
de vacht tussen droom en brein dat als een vrome herder heerst
knuffelen wij zo gemoedelijk
tussen ons in
f.