Het Gezelschapsspel de Babydoll’s Speelkaarten
Was een ode aan ik geef de pijp aan maarten
Alles begon met luisterrijke ijstaarten
Die wegsmolten bij donkere wolkgevaarten
Van al deze mooie beloften en dromen
Zou er weer eens te meer niets van terecht komen
Nadien bekeken was het goed meegenomen
Mijn privé museum begon vol te stromen
Wie waren eigenlijk de mislukkelingen
Zij met hun beloftevolle aarzelingen
Of ik met mijner kroost en nakomelingen
Die om het te spelen steeds zaten te dringen
Pinokio’s vader zat naast mij te zingen
Copelia’s vader begon te swingen
Waarom zou ik mij nu tussen hen niet wringen
En ja zo gebeuren er nu nog van die dingen