Rust
Rust….
De leegte, de leegte in ’t midden.
Praten? Kon ze niet.
Huilen? Mocht ze niet.
Lachen?dat deed ze terwijl ze het niet meende
Bloeden? Dat vond ze mooi,
Dat zag niemand.
Zich zelf haten en zich zelf uitkotsen
Controle hebben over wat ander niet konden zien.
Het verbergen en verzwijgen van dingen,
De trots die daar uitgroeit.
Maar niet zien dat ’t monster groeit,
Zijzelf word als maar kleiner.
Soms willen mensen haar helpen,
Tot haar door te dringen dat het niet zo is.
Dat lukt dan ook bijna,
En in een keer heeft ze weer een grote terug val.
Dan is er weer iets gebeurt en dan is ’t weer van begin af aan.
Ze willen haar veranderen in kleuren,
Geen donker gat meer
Ze wil alles zelf doen
Ze zoekt de manieren langzaam op.
Ze zegt hulp heb ik niet nodig,
Ook al heeft ze dat wel heel erg nodig,
Ze geeft niets toe
Alleen af en toe een luisterend oor
Dat ook alleen als zei dat wil.
Maar als dan iemand zegt meid luister nu eens dan doet ze wel luisteren.
Rust dat wil ze,
Rust voor een lange tijd.
Maar toch ze moet toch ergens haar verhaal kwijt?
Zolang mogelijk alleen.
Alles voor haar eigen houden.
Dat moet ze eigenlijk niet doen maar wie maakt haar dat duidelijk?
Einde
dit is mijn wil ik wil heel vaak rust soms besef ik dan dat het niet goed is om alleen tezijn maar sons denk ik waarom ben ik hier nog