Je denkt dat ik alleen ben,
dat ik iemand nodig heb.
Je denkt dat ik jou ook wil,
maar alles aan jou is nep.
Je denkt dat je me kunt winnen,
als je alles voor me doet.
Maar als het dan zo ver is,
doe het dan ook eens goed.
Je laat me lachen wanneer jij wilt,
en laat me zelf niet kiezen.
Wanneer ik dan bij jou ben,
drijg ik mezelf te verliezen.
Ik ben ik niet meer,
zoals jij zegt ben ik van jou.
Maar je moest eens weten,
dat niet jij het bent van wie ik hou.