Ik wil ook dromen...

Ik wil ook dromen.
Ik wil ook mijn gevoelens daarin tonen.
Ik wil ook in mijn dromen kunnen huilen.
Ik wil mij niet achter mijn nachtmerries verschuilen.

Ik wil ook dromen.
Kon ik nu maar ook mijn gevoelens tonen.
Dromen lijkt mij zo fijn.
En door nachtmerries heb je alleen maar pijn.

Kan ik ooit nog een dromen.
Zou ooit mijn nacht merries nog terug komen.
Mijn nacht merries gaan alleen maar over een klein kind.
Die niks meer van zijn leven iets aan vind.

Ik zie der dan dood gaan.
Ik zie hoe ze der ouders alleen laat staan.
Ik wil dat niet.
Elke keer weet ik niet of iemand dit ook ziet.

Komen nachtmerries uit worden ze wel waar.
Als dat zo is dan heb ik het nog veel maanden erg zwaar.
Ik weet niet wie dat kind is ik weet niet wat het betekend.
Maar toch probeer ik haar elke keer te tekenen.

Naar haar schrijf ik zelfs een kaart.
Volgens mij heb ik haar in al mijn nachtmerries gespaard.
Maar ik wil dromen.
Daar wil ik mijn gevoelens tonen.