Er hangt een wonderschone waas over het water
In witte schone schijn beschenen door de zon
En in de verte daar weer achter staan de stille bomen
Ik ben net ontwaakt maar heb het gevoel te dromen.
De wonderschone sluier sluimert rond
De nevel raakt nog nauwelijks de grond
Er is een engel uit de hemel naar omlaag gekomen
Die waas en nevel voor mij heeft meegenomen
Verbaasd bezie ik dit schitterende licht
En verweef nevel en mijn verwondering tot gedicht.