Een foto van jou, lieve Pa
hangt bij mij aan de wand,
het is die ene met die zomerhoed,
jij verloor toen net die tand.
Die tand die je verloren had
met het eten van een karbonaatje
je lacht en kijkt me vrolijk aan
met in je gebit een gaatje.
Men zegt altijd, als men dit ziet,
Had je geen mooiere kunnen hangen?
Maar ik wil deze heel beslist
door geen andere vervangen.
Hij geeft goed weer, hoe jij vroeger was,
heel opgeruimd en vrolijk,
met oogjes vol van menselijkheid
die kijken o zo olijk.
En als ik weleens langs je loop,
veeg ik een vlekje af,
ik zie een veegje lippenstift,
van een kus die ik je gaf.