Op de rand van het ravijn,
bouw ik mij leven op,
En elke nacht kom ik eens buiten,
zonder dat iemand het merkt,
en dan staar ik naar de diepte,
naar beneden,
naar het gat in mijn hart
de kuil die ik zelf gegraven heb,
tot ik op een nacht,
iemand zag staan,
aan de overkant,
van mijn ravijn,
de leegte te bekijken,
en het leven zag,
zoals ik het altijd zag,
ik heb haar nooit gesproken,
en haar nooit gekend,
ondangs dat alles,
zag ik haar graag,
En elke nacht kwamen we buiten,
en staarden in de diepte,
en nooit,
nooit,
veranderde het,
dat was ons leven,
zo is het opgeschreven,
en zo zal het zijn,
nu haat ik haar,
want ze hielt zich niet,
aan ons opgeschreven leven,
ik wil het niet meer,
herinneren hoe zij sprong...
Het was te proberen, vind het niet bepaalt goed, maar dit is de beste manier om mijn droom te kunnen verwoorden...