Gisteren was voor mij al morgen.
Gisteren was er enkel verdriet en pijn.
Gisteren zag ik de zon niet schijnen.
Gisteren was er alleen geween.
Gisteren kende ik uur noch dag.
Gisteren was voor mij vandaag.
Gisteren ben ik gestorven.
Vandaag ben ik herboren.
Zie ik de zon weer schijnen.
Hoor ik de vogels fluiten.
En morgen?
Morgen zal ik leven.
Dat heerlijk leven.
Waar ik zolang heb op gewacht.