De kikker,
In mijn neus zit een kikker, hij is groot en groen.
Ik veeg hem af aan mijn stoel, dat mag ik eigenlijk niet doen.
Waarom onder al die mensen, word ik altijd betrapt.
Het bij elke kikker, telkens word ik gesnapt.
Onder elke stoel zit nu een kikker, een kikker uit mijn neus.
Maar van al die warme billen, word mijn snot poreus.
Soms hoor je onder je voeten, een soortemet gekwaak,
Dat is een afgebrokkelde kikker, dat hoor je best wel vaak.
Voel eens met je handen, onder de ziiting van je stoel.
Voor zo'n groene kikker, er zijn er een heleboel.
Ze zijn van mij afkomstig uit mijn neus of uit mijn keel.
In mijn neus wonen de kikkers, iets naar onder is hun dril.
Floris