De zon
Welkom, zon de seizoenen, op uw reis hoog door de lucht;
Uw stappen zijn stevig op de vleugel van de hoogten,
U bent de glorieuze moeder van de sterren.
U vlijt zich neer in de oneindige oceaan
Zonder droefheid of spijt. U rijst omhoog op de vredige golf
Zoals een jonge koningin op de piek van haar schoonheid.
Eer aan u, zon van voorspoed.
Eer aan u, zon, gezicht van de Godin der elementen.
De maan
Als ik de nieuwe maan zie,
Moet ik uiting geven aan mijn bekoring;
Dan moet ik de Godin van de elementen eren
Voor haar liefde en haar goedheid.
Moge de maan door dikke wolken blijven schijnen,
Op mij en elke vrouw
Schijnend door zwarte tranen.
Ik zie hoeveel mannen en vrouwen zijn heengegaan,
Over de zwarte rivier van de afgrond,
Sinds ik uw gezicht de vorige keer voor me scheen, nieuwe maan van de hemel.