Ik lig in het gras,
zonder zorgen en ik denk aan morgen.
Ik kijk naar de wolken, en vlieg met ze mee.
Ik spring van wolk tot wolk, vlieg je even mee?
Ik wijs je de weg tussen de wolken door,
zachtjes lopen op het verlaten wolkenspoor.
We zijn zo licht, zo licht als een veer, zo mooi als de letters in
een gedicht.
Niemand die ons stoort of hoort, want jij en ik, wij zijn vrij.
Op de wolkentrapjes zachtjes naar omhoog.
En glijden op de gekleurde regenboog.
Maar, met de wolken dromen duurt niet lang.
Want wij liggen terug in het gras, en we denken zonder zorgen
aan morgen.