Het was donker, bijna middernacht.
Glazen werden gevuld met champagne
en de kamer gevuld met gelach.
Toen de klok twaalf keer haar slagen liet horen,
verdween jij in de kille nacht.
Ik volgde jou en zag je daar staan,
vredig starend naar het prachtige vuurwerk.
We keken elkaar aan en vielen in elkaars armen,
geen van beiden zin om te lossen.
Vanaf dit moment ,
wist ik dat wij samen hoorden,
vanaf nu tot de dood ons zou scheiden.
Niets of niemand zal ooit tussenbeide komen ,
want ik hou zielsveel van jou.