Verwarrend is het water,
met al haar rimpels rollend.
Ik weet dat ik hier later,
weer heen zal komen, hollend
Dan denk ik aan de tijd,
dat ik steeds weer alleen
keek naar al die lijd,
het lijden om me heen.
Maar het water is zo rustig,
trekt zich nergens wat van aan.
Het vooruitzicht lijkt me gunstig,
ooit is haar schoenen te kunnen staan.