Geld iedereen kan het gebruiken,
kon ik het maar ruiken.
Dan vond ik een hele berg,
en dat vind ik niet erg.
Eindelijk de dingen doen die ik zo graag wil,
het is toch niet zo dat ik het verspil.
Waarom houden wij nooit eens over een cent,
eten wij te verwend?
Dat kan toch niet alleen de reden zijn,
maar dat stomme geld doet me zoveel pijn.
Elke maand maar weer,
rekeningen komen keer op keer.
Als ze dan weer betaald zijn ben ik blij,
het lijkt wel of er een vloek zit op mij.
Als het even goed gaat wordt ik alweer bang,
want geluk dat duurt nooit lang,
Ach ik heb mijn poezen en een lieve man,
en vrienden waarmee ik praten kan,
Het geluk komt ooit wel weer,
maar wachten erop doet zo'n zeer.
Tot die tijd leef ik mijn leven,
want ik wil anderen zoveel geven.
Mensen helpen daar waar ik kan,
ja daar geniet ik echt van.
Het houdt me op de been,
en kijk ik door mijn eigen problemen heen.
Leven met mijn liefde is alles wat telt,
want er zijn ergere dingen op de wereld.