Hij stond daar aan de waterkant
Zoals hij jaren
Aan het water had gestaan.
Hij keek toe hoe het water
Kalm aan
En onverbiddelijk verder ging.
Hij had alles al gedaan
Om de stroom te stoppen
Maar zag het water verder gaan.
In zijn gebalde rechterhand
Hield hij een kleine druppel
Herinnering aan water
Die allang vervlogen was.
Berustend keek hij weer
Naar zijn lege rechterhand
Vergeten wat er ook al weer
In zijn palm had moeten liggen.
Hij stond aan de waterkant
Al een ruime twintig jaar
En keek toe hoe al dat water
Onbegrepen verder ging.