KINDSOLDAAT
Het is oorlog in mijn land,
het is oorlog om mijn land.
De mensen die me pijn doen
komen zonder te vragen in mijn huis
en doden zonder reden mijn familie.
Dan gaan ze weer, ze verdwijnen in een wolk
van stof die veroorzaakt is doordat ze
met hun grote voeten, stampen op mijn grond.
Ik heb me verscholen in mijn hut op een berg
en zie vanuit daar hoe mijn vijanden mijn dorp en
thuis vernielen.
Dan komen ze terug en vinden de plek
waar ik mij verschool, ze slaan mijn lichaam
en laten mijn huid gloeien.
Ze schreeuwen dat ik een lafaard ben
dat ik me verschool.
Dan nemen ze me mee de stofwolk in.
Mijn handen krijgen een geweer
waarmee ik de mensen moet doden
die mijn land en mijzelf willen redden.
Mijn lichaam en geest worden gebroken
door hen die mij laten doden
om mijn eigen land ten onder te laten gaan.
Ik ben oud genoeg om dit niet te vergeten
en om me te realiseren dat wat ik doe fout is.
Maar ik ben te bang om me te verzetten
tegen het uitmoordden van families, thuishavens en herinneringen.
Als ik ouder word zal ik dan net zo
moordlustig zijn als mijn brekers?
Als ik ouder word.
Telkens als ik schiet, schiet ik een reddingsboot
in de zee aan flarden, terwijl ikzelf verdrink
in de bloedzee waar zij mij uit wouden halen.
Misschien is de oorlog bijna voorbij
voor hun alleen, want ik ben mijn familie kwijt
ze zijn vermoord door kinderen als ik.