1+ 1> 2X1, ?=3, 2:1=2
Samen zijn we meer dan twee keer één.
Met z’n tweeën is geen van ons alleen.
Jij en ik zijn samen.
Lijkt dat niet op 3?
Kon jij dat maar begrijpen,
zo heb jij ‘t nooit gezien.
Kwetsen leek onnodig,
het ging gewoon niet meer.
In m’n eentje bleef ik over
het deed me niet eens zeer.
Alleen jij was er niet,
toch was er nog maar één.
Hoe zag ik ooit 3?
En hoe kwam ik alleen?
Wij waren dan wel samen, je had gelijk.
Er is geen 3.
Wij waren altijd maar met ons,
ik ben nu blij dat ik dat zie.
Wij zijn nu al gescheiden,
niet meer 3, niet langer 2.
Maar lekker voor het gemak,
zijn wij nu 2x1.