Een rechthoek met door het midden een streep,
Twee bijzondere helften,die ik nu eindelijk begreep,
Een cirkel in het midden,met een witte stip,
Leeg,maar houdt mij in zijn grip.
Op de ene helft zie ik vrienden lopen,
Op de andere Familie,hele hopen.
Ik zelf bekijk het vanaf de zijlijn.
Denk er over of ik op die witte stip wil zijn?
Dan loop ik er toch maar naar toe,
Eens rondkijken wat ik met die info doe.
Als ik er dan eindelijk op sta,
Weet ik hoe ik verder ga.
Wie laat ik mijn cirkel binnen gaan,
Mijn kinderen,die laat ik er niet buiten staan.
Heel soms komt er iemand van buiten heel dichtbij,
En dat gevoel maakt me dan weer zo blij.
Ben dan geneigd de kring te verlaten,
Maar wordt terug gefloten,het mag niet baten.
Dan wordt er weer een aanval gedaan,
Maar ik doe niet open ik blijf staan.
Maar eigenlijk wil ik geen middelpunt zijn,
Ik voel me daar helemaal niet fijn.
Uiteindelijk ontvlucht ik dan die cirkel,
Ik heb geen zin in dat verwikkel.
Ik help en bekijk vanuit een ander punt,
Mijn blik naar mijn kinderen op de stip gemunt.
Hier voel ik me gelukkig en heel fijn,
Op mijn eigen plekje,mijn zijlijn.
~~Lianne~~