oude straten
door de stad achtergelaten
overal kruipt de onrust
verlangens door werkelijkheid geblust
bomen die tot de hemel reiken
mensen die je niet eens aankijken
je schuifelt verder, voet per voet
doet alsof het jou niets doet
je voelt met je vuile handen
aan je gezicht, je ogen met dikke randen.
dan komt het onweer
je maakt een plotselinge ommekeer
je gaat terug, naar de brug
je wilt vlug
je schuilplaats bereiken
langs de bomen die tot de hemel reiken
langs de mensen die je niet zien staan
wat heb je hen ooit misdaan?
onder de brug leg je je neer
alles doet zeer
met -toegedekte jas-
wenste je dat je ergens (of iemand) anders was.