Laat mij toch jouw raam eens zien
Geef mij een raam met een gordijn
Ik vertel U hoe de mensen daarachter zijn.
Zijn zij jong of oud
Gewoon of stout.
Het gordijn is als een open boek
Voor wie het weet te lezen.
Ik zal U nu vertellen
Hoe men een gordijn moet spellen.
Hangen er halve hemdjes voor de ramen
Dan wonen er twee jonge mensen samen.
Staat er een bloempot in het kozijn
Dan zijn het mensen zoals er vele zijn.
Gordijnen met veel tierelier
Zeggen, kijk ik woon hier.
Zijn de gordijnen strak gesloten neer
Daar wonen vast een dame en een heer.
Gaan “s avonds bij een huis de gordijnen toe
Dan zijn daar de mensen, gewoon moe.