vroeg om een muntje om een wens te doen
stonden aan het water en waren met vier
gooide de munt en een kring ontstond
wensten tot de cirkel ons bereikte
zagen hoe een wens de tijd verslond
een vast punt is liefde in de storm
van huilend zand en geselende wind
de uren noch de weken, onbeschreven
tot iemand ons hier vindt, veranderd
op elkaar gestapeld en platgestreken
wie overblijft heeft gelijk, wie sterft
heeft eigenlijk nooit echt bestaan
zoals de jeugd of de ouderdom
wie maalt nog om de herinnering
van hen zonder liefde vergaan