Wanhopig loop ik rond,
Door de stad, over het station,
En ik ben ziek,
Doodziek,
Ik heb nu wat nodig,
Maar ik kan niemand vinden,
En het wordt steeds erger,
Ik loop daar rond, mijn benen willen niet meer,
Ik grijp naar mijn arm,
Waar pijnlijke scherpe steken door heen gaan,
Iemand kijkt opzij,
Hij kijkt vol walging naar me,
Ik probeer er niet op te letten,
Ik probeer door te lopen,
Opzoek,
Ik ben opzoek,
Opzoek naar mijn verdoving, mijn drugs, mijn shit,
Ik heb mijn fix nodig,
Ik kan niet zonder,
Begrijp dat dan!
Ik val op de grond,
Iemand scheld op me,
Iemand schopt mijn tas weg,
En iedereen kijkt vol walging neer,
Maar ik ben ziek,
Zo ontzettend dood ziek,
Maar niemand helpt me,
Niemand haalt me overeind,
En ik lig daar, midden op straat,
En ik heb zo benauwd.
Ik hoor iemand roepen,
Iemand schreeuwen,
Maar ik lig daar op de grond,
En ik kan niet meer,
Mijn ogen vallen dicht..
En ineens trekt iemand aan mijn arm,
Opstaan! beveelt hij me,
Het is een politie agent,
Ik wordt tegen een muurtje aangegooid,
Ze beginnen me te ondervragen,
Maar ik heb zo’n hoofdpijn,
Ik ben zo ontzettend ziek,
En ik probeer normaal te praten,
Maar er komt geen woord uit mijn keel,
De agent gooit me op de grond,
Hij zegt dat ik op moet rotten,
Dat ik de stad bevuil, dat ik hier niets te zoeken heb.
Maar ik ben op zoek,
Zo heftig opzoek,
Ik ben zo ziek en ik heb het zo nodig,
Ik strompel de stad uit,
En in een zijstraatje val ik tegen een muurtje aan,
Het sloopt me, het tuigt me af,
En ik sluit mijn ogen en val in slaap...
.