Wij verliezen de hoop
Klam zijn de handen
het vocht van de angst
heeft zijn weg gevonden
Verbeten zijn de tanden
het hart nog wel het bangst
men was verdwaald in Londen
Rusteloos zijn de blikken
de vraatzucht van de vrees
aan onze tafel, met mes en vork
Ongeloof deed de wereld schrikken
voor hem die aan God bewees..
zijn rechtvaardigheid, ons New York
Kijk ik om mij heen
in de holte van hun ogen
vlijmende leegte
O met mij, ween!
de eens zo rappe vaart, onbewogen
ik en de menigte
wij verliezen..
F.