Je bent weg,
weg van huis, weg van thuis. Weg van je "vrienden"
Je kan niemand meer in de ogen aankijken,
niemand wilt je zien, niemand zal het ooit begrijpen
denk je.
Je voelt je zwaar,
overal, in je keel en maag.
Het is zuur. Het doet pijn.
Pijn hoe mensen over jou denken.
Het lijkt wel een weg die nooit eindigt,
een weg waar geen stopbord bijstaat.
Telkens voel je weer je schaamte naar boven borrelen,
telkens voel je weer de tranen naar beneden stromen.
"Ik heb het niet gedaan,niet expres, perrongeluk."
Maar jij, een mens op aarde, een mens die nog rond loopt met die zin in je hoofd.
Hoewel niemand daar in gelooft...
denk je.
En het is ook zo.
Men gelooft je niet, niet als ze je tranen zien, gewoon niet...
Ze zien niet je schuldgevoel, je verdriet.
Je angst voor wat de mensen van je zullen denken.
Je loopt op straat, met een zuchtje wind.
“Help...
Help, ik deed het niet expres, ik wou niemand pijn doen.
Help, ik, een kind die met een groot schuldgevoel zit vast gespijkerd aan mijzelf”!
Je bent weg,
maar toch denk je nog vaak aan toen.
Je bent weg,
Maar toch weet jij zelf wel dat je niemand pijn wou doen.