In het midden van een naakt veld onder de woestijn is een oude lagune,een krijgsgevangene in handen van de aarde.
Dat ben ik die oude lagune, verlaten door de hele wereld.
De pijn van droogheid zit in mijn lichaam en de aarde ketent mijn voeten.
Ik ben diegene die graag een zee word,die graag de grootste zee van de wereld wil worden.
Ik hoopte de zee te beheersen en liet de nacht achter om snel de ochtend te bereiken.
In het begin was ik een bron,onder de oude lucht,maar door het grote ongeluk eindigdt mijn weg in de woestijn.
Mijn oog was gericht op de achterkant van die berg,maar het lot heeft een valkuil in mijn weg gemaakt.
Ik ben in die valkuil gevallen,de aarde heeft mij gevangen,ook de wolken hebben door hun slechte humeur geen regen gebracht.
Nu ben ik een lagune,eenhalflevende krijgsgenangene.
Aan ene kant zak ik in de aarde, aan andere kant borrel ik naar boven.
De zon vanaf hoogste punt verdampt mij ook vanuit het laagste punt , zuigt de kracht uit mij.
Met mijn ogen zie ik hoe ik stref en mijn lot is dat ik een gevangene van de aarde ben.
Er blijft niets van mij over,ik weet dat mijn tijd voorbij is en de dorstige zon is druk bezig om mij alles af te nemen.
Ik word droog, ik ben op als morgen de zon op komt,zand vult mijn plek in met de handen van de wind.