Katja Bruning: | Zondag, november 04, 2001 09:05 |
't Is nog waar ook, een schilfer kan niet verwaaid zijn. En 'overgewaaide' kan niet om het ritme. Kon de vlinder er niet zo uitzien als een schilfer eruit had gezien als hij wél kon verwaaien? De heer naast de heg is dezelfde als de ikfiguur of de verteller en er staat wat hij dacht en waarnam. Misschien doe ik de eerste twee coupletten een keer helemaal over, voor de zoveelste keer, want ze wíllen gewoon niet deugen, die twee! |
|
Katja Bruning: | Vrijdag, november 02, 2001 09:12 |
Voorlopige revisie van regels 6 en 7. Zo al een beetje beter, heren? Francois, bedankt voor al je leuke reacties. Je schrijft zo grappig en ik kan echt merken dat mijn gedichten je boeien en bezighouden, erg stimulerend. |
|
Hans Winter: | Vrijdag, november 02, 2001 00:06 |
Die vluchtige waarneming van de eerste strofe is erg mooi, vooral het slechts een ogenblik oog in oog staan met de muurbloem, je weet niet meteen wat je gezien hebt, bedenkt al wat betekenissen terwijl je nauwkeuriger gaat kijken. Je zin met "sluit zich" mist inderdaad wat, al dacht ik zelf aan "het" omdat "zij" al teveel verklapt voor de laatste regel. "De" schilfer is mannelijk. Zo'n schilfer kan door de vastheid van zijn vorm niet verwaai |
|
Albrecht Paul: | Woensdag, oktober 31, 2001 14:48 |
'zich' staat wat eenzaam. Met 'zij zich' is het ook qua zinsbouw beter. De lezer blijft met lege handen achter. Is geen koning of prins, is te laat met de honing en de vlinder is weg. Verwissel regels 3/4 en 1/2 in strofe 'Prinsessenoog' - voor het effect. En verder... zeeeeer romantisch! |
|
Auteur: Katja Bruning | ||
Gecontroleerd door: | ||
Gepubliceerd op: 31 oktober 2001 | ||
Thema's: |