ik mis je overal, naast mij, voor mij, achter mij zelfs in het huis.
waar eerst jouw gulle lach weerklonk is nu slechts geruis.
je mooie ogen die me moeiteloos konden doorgronden
maar die ogen waren niet aan die van mij gebonden.
je mooie ronde lippen die samen konden smelten met die van mij
dezelfde mond die, die verradelijke woorden zei
je handen die perfect in de mijne pasten
verstrengeld en een
waar zij die lieve handen nou heen?
je bemoedigende woorden
waarom kan ik ze nou niet langer horen?
het licht dat je over mij scheen
ik weet niet waarom het plotseling verdween
liet niks dan een waas van duister achter
waar ik dacht het water te hebben gevonden , vond ik vuur
liep ik weer kei hard tegen de muur
als ik nu kop zeg , zeg jij munt
laat me achter op een verwarrend kruispunt
niet wetend welke weg de juiste zal zijn
eerst was dat niet erg, nu moet ik ze bewandelen zonder jou, en dat doet pijn!