Zij kreeg van een verklede dame
een blauwe luchtballon.
Die was geel beschilderd
met een vurige zon.
Vastgemaakt aan een touwtje
om haar fijne pols.
Zo wandelde zij daar trots
met iets waardevols.
Lopend aan het koordje frunnikend
kwam dat plotseling los
Waarop de blauwe bol
haar achterliet in chaos.
Wij keken naar een lichtblauw stipje
toen ik troostend vroeg
waar die nu naar toe ging
erg jammer genoeg.
Met haar grote eerlijke ogen
keek het kind mij aan
Schuddend met haar hoofdje
dat ik het toch niet zou verstaan
Maar, naar daar
boven in de lucht
waar de andere dode kindjes zijn
zei ze.met een zucht