Kabouter en de Reus
Hallo vreemdeling
Wie ben jij?
Mijn naam is Kabouter
En ik hou van jou!
Je zei
Hallo Kabouter
Ik ben Reus
En ik wil je nooit meer kwijt!
Reus nam Kabouter op zijn schouder
En zo liep Reus door de dalen
Door de velden en langs rivieren
De hele dag, tot de avond viel
Reus nam Kabouter mee naar huis
Daar zaten ze samen aan de thee
Gezellig met z’n twee
Zins die dag
Waren ze onafscheidelijk
Waren ze altijd samen
De Reus en Kabouter
Een raar stel
Maar passen bij elkaar, dat deden ze wel!