Jij hoeft mij niets te zeggen.
Ik voel wat je wilt.
En niet door jaren ervaren,
maar omdat jij mijn verlangen stilt.
Jij hoeft je niet te kleden.
Naakt ben je mooi.
Zie je niet hoe ik geniet,
jij bent het vogeltje in mijn kooi.
Màg ik met jou paraderen?
Lopen in de straat.
En stralen als ze balen,
wie met jou daar wandelen gaat.
Nu moet ik echter stoppen.
Word bijna versmacht.
Je man zijn doet pijn.
Dat had ik vroeger nooit verwacht.
Soms stoot ik mijn dikke teen,
soms stoot ik mijn hoofd.
Maar aan jou heb ik mij nooit gestoten,
sinds jij mij, je liefde hebt beloofd.