Salie
Je brak op beide benen
Boven wezen van goede snit
Hoog op jouw podium
Van herfstbrand bladergoud
Woog jouw blik
Zwaar op mij neer
Hoe verstopte jij
In een doos vol raadsels
Drukte er met rode inkt
Een dampend vraagteken op
toch wist ik mij jouw afgunst te besparen
door me te gedragen als een brave neger
geborgen achter ogen kon ik blindelings geloven
in de woorden die tegen je ganzende blankheid
vol trots in krolse eigenaar, beter dan, afstaken
mij zo doorboorden dat ik niets meer dan slaafs was
Waarom verborg ik
Onder al jou wensen
Vermomde ik onder
het mom van geld
toch poogde ik jou te bekoren
ik hoopte dat mijn zonde
die mijn huid je toonde
net niet te veel
van al dat slechte bracht
de zware ketting kneusde mijn nek
ik verachtte haar niet
drukte mij neer op uitschot
ik verwachtte niets
schakel voor schakel was accepteren
van het monster gebruik:
bestuiving van de waarheid
die oorsprong was
van mijn doodsverdrag
toch ondanks alles
en omdat ik rot
was daar verlangend
de krocht van alles of niets
die ware waarneming
in zijn dieptes opsloot
de oorzaak, houden van
bij (even) lang
diezelfde als mijn ketens
steeds verder van genoeg
verdroeg jij het aanblik
van ik, steeds minder
dan je eigen angst
en dreef vreugde
die had kunnen zijn
weg in watersnood
tussen al het vermolmde drijfhout
getekend: vrede, humor en passie
zocht ik nog in het droge zand
dat troebel vertolkte to duisternis
want ook ik was aan lot gebonden
dus krijsde ik: Liever dood
Blijdschap bellen
Kleurig van smaak
Gevuld met pure wanhoop
Hoonde nog opweg naar verdriet
Zo graaide ik naar dwang erosie
Zweefde ik weg in pleonasme-vocht
Om op te zwellen, uit een te spatten
En tussen de tranen te vinden
Precies dat geen wat ik niet zocht