Daar stond ze met duisternis om haar heen
Ze voelde zich eenzaam,, maar toch was ze niet alleen
De drukte liep langs haar de woorden hoorde ze niet
Het was zij en haar verdriet
Haar zelfverzekerde lach veranderde al snel in een traan
Ze was bang voor het leven maar niet bang om te gaan
Haar hart was gebroken in duizend stukken
Het lijmen zou haar dan ook niet meer lukken
Ze was kapot, verscheurd door het leven
De kracht was verdwenen ze had alles al gegeven
Haar leven bestond uit schreeuwende pijn
Dat was de reden dat ze niet langer hier kon zijn
Ze zei vaarwel met een lach op haar gezicht
ze sloot haar ogen en hield ze voor altijd dicht