Ik stop niet meer.
Geen seconde, geen minuut,
geen uur geen dag, geen jaar,
in geen eeuwigheid.
Zolang ik het ruisen,
van mijn bloed hoor in mijn oor.
Zolang ik mijn aders zwellen zie,
zelfs in de verloren tijd.
Zolang ik zweten kan.
En kan smaken, de botten kraken.
Zolang ik angst voel.
En blijdschap, vooral vreugde.
Ik stop niet meer, geen fractie,
geen moment, geen ogenblik.
Zelfs niet door het gemiste
Zelfs niet als ik mij verheug.
Zolang ik hoop, dat geluk,
ooit iedereen bereikt.
Zolang ga ik door, waardoor
ik zelf word verrijkt.
Ik stop nooit meer,
hij moet mij nemen
Nooit uit mezelf.
Enkel, als anderen wenen.