Ik knoop mijn stappen ommer en om
voetje-scheuren met de steentjes
zij mogen later worden
en de lijkjes schilden over mijn eelt
want als ik sneller dan de tijd kan rennen
laat ik kinderkopjes tussen mijn benen verlangen
spuug ik olie vloeken op het cement
"mamma (al strand) mag ik de vrijheid?"
en als ik eindelijk uitzakken mag
mijn bange vlees op veel meer eco-lansen
verspreiden mijn tenen: spaghettilengte
zich onzichtbaar constant tussen het gras
schop ik vloeiend (ik kan best fronsen)
zonder moeite in mijn nek
kijken we samen naar nog meer wolken
en de ekster in mij zool
je overtuigen van mijn eindeloos strikken
buiten kan ik meedogenloos woorden
met mijn knokig spel kruisend wedijveren
en als ik dan heb verloren
een telegram per facade versturen
me vastklamp aan mijn geknapte veters
in een diagonaal verlopen
dat zelfs ik beter dan altijd kan beloven