Een vogeltje
Soms zou ik een vogeltje willen zijn,
een vogeltje heel klein,
dan vloog ik weg van nare dingen,
soms lijkt het mij heel fijn.
Ik zou vliegen naar al die ik mag,
voor hun zing ik mijn lied,
een vogeltje maar zonder kooitje,
die van de vrijheid steeds geniet.
Maar ik ben geen vogeltje, ik ben een mens,
meestal ben ik opgewekt en blij,
toch zou ik soms weg willen vliegen,
als een vogeltje zo vrij.
Alleen wanneer ik verdrietig ben,
maar ben ik gelukkig en tevree,
dan hoef ik geen vogeltje te zijn,
het is gewoon oké.