zoutvloeiend geprikt verkneukel jij je, rauwe spieren
en kijk, bewondering een gedaanteverwisseling
naar al die arbeid die is vericht, als wist je het niet
smeltkroes jezelf, zo stecato gekozen
stormvloed je het realisme
in zandstormen, identiek in de erosie
schreeuw je van grote hoogte (veel te dichtbij)
schijt aan het besef
Ik zal je altijd op mijn fouten wijzen
ooit sprak je over mijn zilverglans
en ook binnen mijn draaien
boven een begrip als snelheid roteren
blijf jij zichtbaar, uitgekeerd
tot zuiver branden, en ook mijn as
want in grijs licht het weer, kijk maar
vervlogen
sanskriete beweging, samen magneet
ik behoefte zou je graag vrijen
maar zelfs in arrogantie ken ik je niet
ben ik de doorslag van de balans en juist daarom
zal ik altijd van je houden