Ik kijk uit het raam.
Mijn buurmeisje staart me weer eens vals aan.
Na een tijdje begin ik het dom te vinden en kijk ik terug.
Slaak dan een hele diepe zucht.
Ze mag me niet.
Ik haar ook niet.
Zij heeft naar problemen mee,
Terwijl ik ondertussen van haar ergenis geniet.
De gesprekken die ik in haar tuin hoor zijn niet al te best.
Want ik weet nu al meer dingen als 'wie zij allemaal heeft gepest'.
Ze is vreemd gegaan, dealt in drugs.
Nou, de gesprekken in hún tuin vinden nooit hun rust.
ja, scheld me maar weer uit!
Bedrijg me maar als je wilt!
Maar terwijl ik kijk door deze ruit,
Ben ik niet degene die rilt.
Want ík kan mijn mond voorbij praten.
En je privé leven is over, heb je dat niet in de gaten?