kijk me eens bewegen, verlochenen
strijk je ogen langs de vorm van mijn religie
ik heb het niet en als de branding
verword ik tot keizer van het pessimisme
lang leve de strijdlust
alweer een doffe klank, kijk me eens dempen
en gesmolten, toch behouden een luchtspiegeling
van mijn vorm. Na de zoveelste openbaring eindelijk stollen.
vastgeklonken aan de materie, vandaag heb ik mezelf verkocht
een stukje geluk voor (oh wat mooi) een zielloos snuisterijtje
binnen in mijn verkende, zelfs in de meest vergeten hoek
heb ik op een kromming in mijzelf gewacht, een stevige handdruk
drie kusjes en geen enkele verassing, balans als de vlooien
ook microscopisch tussen de haartjes van het tapijt
die ik zo vaak met geschild vlees heb bevrijd
en dat alles door stijl, het hoogste goed
lief lief dagboek, ik ben de leegte die nooit is geschreven
en elk woord wat jij mij brengt heeft voor mij geen waarde
je mag het vergeten, tot ooit mischien
afzender, de onbekende