Als een bevrijdend leger met donderend geweld
De minuten der hitte zijn nu duidelijk geteld
Reusachtige regendruppels klinken als tuiterende keien
Blauwe bliksemflitsen spiegelen zich in de natte kasseien.
Voor het open raam geniet ik van bliksem en donder.
De regen de wind het verfrissende wonder.
De geur van het onweer wat houd ik ervan.
Het was niet te vroeg dat die koelte er kwam.
Als morgen bij ’t opstaan de zon weer zal schijnen
En wolken en storm weer even verdwijnen.
Dan vraag ik mij af hoe dat allemaal zo kan.
Die helblauwe hemel wat houd ik ervan.