Mijn woord of beloften kan ik je niet geven.
Evenals mijn doel of nobel streven.
Een vast beloop kan ik je niet schenken.
Wat zul je straks wel niet van mij denken?
Ik wil je gedachten niet weten,
ik wil mijn ongesproken beloften vergeten.
Ik de woorden niet horen,
verspil je tijd niet want deze is al verloren.
Ik neem ongesproken beloften terug,
een mes in je rug.
Het spijt mij duizend maal,
zoals altijd: ik dwaal.
Ik ken geen doel, geen erewoord,
geen grens die mij stoort.
Mijn hart slaat vrij,
en alleen voor mij.
Ik kan je mijn woord niet geven.
Ik kan er ook niet naar proberen te streven.
De gedachten wil ik niet horen, je blik wil ik niet zien.
Want er is zelfs geen misschien.
De woorden vrijbuiter, egoïst en leugenaar vullen mijn oren.
Zoals ik al zei: ik wil ze niet horen.
Schuld heb ik waar ik mijn woord heb achter gelaten,
daarom is het dat wij elkaar bij deze verlaten...
Ik heb mijn woord met die reden niet gegeven.
Jij zult mij nooit vergeven, voor de daden onbegaan.
Vanaf nu meer dan een hartslag hier vandaan.
Ongesproken dwaalden de beloften wel door mijn hoofd.
Maar mijn woorden heb ik nooit aan je beloofd.