alleen negatieven verhaalden de slakkenverkrachting
droop zoet beeldgezwets van luchtstromen, snoepje
voor de sensatiespraak in de dood/leven overtocht
die angstig kind, dom kind, steekbaar halfkind niet wou maken
hij kroop skeletpatronen, dichterbij gouden tronen en walgde al
rond rollend in , zilverdrek van mij , smijter van woorden al(le)s
necrofiel, rottingsvocht en maden-aars, aanbid de vunzigheid
bacteriele cocktailput van tentakelvriendjes die ver versprijden
grijpen, zwijmelen over vleeshompen, galbrokken, verlokking,
het laatste droge restje huid op een kaalgekloven enkelbotje.
wervels kraken en schuren aanspraak op -ach is het niet lief-
zijn eerste woorden: Nee, alleen, geen, altijd, nooit, dood.
in de onwetendheid schuilt het geluk, schijnt