Politie maakt mij bang.

Ik houd niet van politie ze maken mij zo bang.
Want als ik ze ontmoet geraak ik altijd in ’t gevang.
Ze sluiten mij steeds op voor het algemeen belang.
Zij kunnen mij niet verdragen en dat weet ik al lang

Ik was naar het stadspark met mijn caravan gegaan.
Toen ik mij in de vijver waste kwam die agent eraan.
Hij vond het ongehoord en zei:”hier weg en snel.”
Ik vond dat flauwe zever en ik belande in de cel.

Ik was ooit aan het zwemmen, het was op de Keyzerlei.
Komt daar toch heel toevallig een boze flik voorbij.
En ik maar protesteren dat ik niet wist waar dat ik was.
Ik moest weeral gaan zitten, met heel veel ambras.

Toen ik mijn auto eens parkeerde in een winkelruit.
Kwamen er twee agenten die sleurden mij eruit.
Zij zegden dat ik dronken was en ik was niet eens zo zat.
Ze staken mij het gevang in waar ik veertien dagen zat.

Ik schilderde mijn naam eens op de muur van ’t flikkenkot.
Ook nog wat gekke mannetjes ik lachte mij kapot.
Toen kwamen weer mijn vrienden in hun mooie blauwe pak.
Na twee minuten vechten zat ik weeral in den bak.

Toen ik gisteren ging kamperen in koning zijnen hof
Kwamen er zes flikken en die vonden dat niet tof.
Ik heb mij nog verdedigd maar dat duurde niet zo lang.
Zij wierpen mij met tent en al recht in het gevang.

Hoe zou dan nu toch komen politie maakt mij bang.
Ik mag mij niet verroeren zij zien het en ik hang.
Ik heb nu een abonnementje ik ken er elke gang.
Daarom huur ik geen huis meer, ik woon nu in ’t gevang.

Rovago