Wou dat ik je kon vergeten.
Wou dat ik nergenst je gezicht zag.
Dat de pijn wegging en de herrinering
een lach.
Soms denk ik je zien te lopen.
En met grote stappen dichterbij,
er achter komen.
Dat het niet zo is.... allemaal dromen.
Zou willen schreeuwen door muren en deuren.
Dat ik dit kon terug draaien, dit hele gebeuren.
Voor de laatste keer een zoen, zo maar heel
even je hand vasthouden.
Als dat nu eens zou kunnen.
Als ze me dat nu eens gunnen.
Maar het mocht niet zo zijn,
samen met jou te zijn.
Ik mis je mijn liefste